Beleggers in kunst doen er verstandig aan niet alleen oog te hebben voor de schoonheid van bijvoorbeeld een schilderij van Barend Cornelis Koekkoek (19e eeuw) of Kees van Dongen (20e eeuw, zie afbeelding), maar ook voor de fiscale voordelen van deze beleggingscategorie. Daarbij gaat het vooral om de vrijstelling voor de 1,2% inkomstenbelasting in box 3 en diverse faciliteiten in het kader van de erf- en schenkbelasting. Het gemiddelde vermogen (waar zich dat dan ook bevindt in de wereld) van een binnenlandse belastingplichtige wordt jaarlijks tegen een tarief van 1,2% in box 3 belast met inkomstenbelasting. Voor voorwerpen van kunst en wetenschap, die het door hun uniekheid, ouderdom of ontwerp waard zijn om voor het nageslacht te worden bewaard, bestaat echter een vrijstelling voor deze 1,2% inkomstenbelasting. De vrijstelling is van toepassing als u het kunstwerk (van schilderij tot Chinees porselein) zelf thuis aan de muur hebt hangen of hebt staan, maar ook als u het kunstwerk tijdelijk in bruikleen geeft aan derden (bijvoorbeeld een museum) voor culturele of wetenschappelijke doeleinden, komt de vrijstelling niet in gevaar. Zo blijft het voor musea in Nederland bij het tot stand brengen van een tentoonstelling ook mogelijk om een beroep te doen op particulier kunstbezit.
IN EEN KLUIS
Wanneer u echter het aangeschafte kunstvoorwerp hoofdzakelijk als belegging ziet door de kunst niet thuis op te hangen, maar bijvoorbeeld continu in een kluis te bewaren (om schade te voorkomen), dan loopt u het risico dat de Belastingdienst zal stellen dat het kunstvoorwerp fiscaal dient te worden aangemerkt als een belegging, waarop de 1,2% vermogensrendementsheffing wél van toepassing is. De praktijk leert overigens dat dit niet vaak voorkomt. De bewijslast dat het kunstvoorwerp vanuit fiscaal oogpunt als een belegging kwalificeert, ligt bij de Belastingdienst. Ook degene die beschikt over specifieke kunstmarktkennis en de smaak van het aan- en ook verkopen van kunst écht te pakken krijgt en met succes actief wordt als handelaar in kunstvoorwerpen op bijvoorbeeld internet of op verzamelbeurzen, loopt het risico van de Belastingdienst een aanslag inkomstenbelasting in de brievenbus te krijgen over de behaalde winst. Over de omvang van deze particuliere kunsthandel via internet en verzamelbeurzen zijn overigens geen gegevens beschikbaar. Wat betreft de erf- en schenkbelasting zijn er ook diverse faciliteiten die het vermelden waard zijn. In principe is de verkrijger erf- of schenkbelasting verschuldigd indien een kunstvoorwerp wordt verkregen. Dit geldt echter niet als u bijvoorbeeld een kunstvoorwerp schenkt aan een museum dat een zogenaamde ANBIstatus1 heeft. Een dergelijke schenking is dan vrijgesteld. Het kan echter voorkomen dat een begiftigde van een schenking of nalatenschap uitsluitend in staat is de opgelegde aanslag schenk- of erfbelasting te voldoen door het verkopen van een kunstvoorwerp. In dat geval bestaat op verzoek de mogelijkheid om voor tien jaar uitstel van betaling te verkrijgen voor genoemde aanslag. De reden hiervoor is dat kunstvoorwerpen zo beter voor Nederland behouden kunnen blijven. Op verzoek kan de verschuldigde erfbelasting over een nalatenschap die bestaat uit kunstvoorwerpen van nationaal-cultuurhistorische waarde ook worden voldaan in natura. De Belastingdienst accepteert dan het kunstvoorwerp als betaalmiddel. Hierbij wordt het kunstvoorwerp getaxeerd op 120% van de waarde in het economisch verkeer. Het kunstvoorwerp wordt vervolgens doorgaans aan een museum ter beschikking gesteld. Kunst kan dus behalve dagelijks kijkplezier ook fiscaal voordeel bieden.
1. Culturele, kerkelijke, charitatieve, levensbeschouwelijke of wetenschappelijke instellingen die voor meer dan 90% het algemene maatschappelijke nut beogen, kunnen de Belastingdienst verzoeken hun de ANBI-status te verschaffen. Het voordeel daarvan is dat donateurs voor fiscale faciliteiten in onder andere de inkomsten-, schenk- en erfbelasting in aanmerking komen. Dat komt de fondsenwerving van deze instellingen weer ten goede.