peak performance
in tax consultancy

 
Home > Media > Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting

Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting

innovativetax_element

Voor particuliere (box 3) beleggers die in Nederland wonen en die dividend ontvangen uit hun portefeuille van beursgenoteerde binnen- en buitenlandse effecten zijn er mogelijkheden om de te veel ingehouden (buitenlandse) dividendbelasting terug te vragen en/of te verrekenen in hun jaarlijkse aangifte Inkomstenbelasting. Vanwege het feit dat deze belegger voor het wereldinkomen in de Nederlandse inkomstenbelasting wordt betrokken leidt het niet verrekenen van de ingehouden buitenlandse dividendbelasting tot ongewenste dubbele belastingheffing en dat is slecht voor het rendement.

In deze bijdrage staat de beantwoording van de vraag centraal hoe de te veel ingehouden buitenlandse bronbelasting op het ontvangen bruto dividend kan worden teruggekregen. Wanneer deze belegger interestinkomsten geniet werkt het verrekenmechanisme hetzelfde.  


Het verrekenen van Nederlandse dividendbelasting met inkomstenbelasting

De Nederlandse belegger die eigenaar is van aandelen Philips NV en die in Nederland woont verrekend de door Philips NV ingehouden dividendbelasting (15%) met de verschuldigde box 3 inkomstenbelasting aangezien de dividendbelasting als een voorheffing voor de verschuldigde inkomstenbelasting geldt. Dit verrekenen gebeurt bij de indiening van de aangifte inkomstenbelasting. De ingehouden Nederlandse dividendbelasting is volledig verrekenbaar ook als over de (box 3) vermogensgrondslag zelf geen inkomstenbelasting verschuldigd is bijvoorbeeld doordat het heffingsvrije vermogen niet wordt overschreden of doordat er sprake is van maatschappelijke of culturele beleggingen waarvoor een vrijstelling geldt.

Het recht op verrekening van Nederlandse dividendbelasting met de door de natuurlijke persoon verschuldigde inkomstenbelasting komt uitsluitend toe aan de uiteindelijke gerechtigde tot het bruto dividend ofwel de eigenaar van het aandeel. Wanneer deze aandeelhouder het hele jaar een fiscale partner heeft kan het dividend in de aangifte inkomstenbelasting ook (gedeeltelijk) worden toegerekend aan zijn/haar partner. Ook de partner mag vervolgens de ingehouden binnen- en/of buitenlandse dividendbelasting (gedeeltelijk) verrekenen met de verschuldigde Nederlandse inkomstenbelasting.

Het gedeeltelijk toerekenen van dividend aan de partner kan uitkomst bieden in de situatie dat de verschuldigde box 3 inkomstenbelasting van de aandeelhouder te gering is om alle ingehouden dividendbelasting te verrekenen. Indien de fiscale partner van de aandeelhouder ook box 3 inkomstenbelasting verschuldigd is kan de ingehouden dividendbelasting op die manier wél bij de partner worden verrekend. Aldus wordt bereikt dat de ingehouden dividendbelasting eerder kan worden verrekend.

Ouders kunnen ook de ingehouden dividendbelasting verrekenen van aandelen die eigendom zijn van hun minderjarige kinderen. De onderliggende aandelen moeten dan wel in de aangifte inkomstenbelasting van de ouder(s) zijn opgenomen.

Indien sprake is van een situatie van vruchtgebruik / bloot eigendom waarbij de vruchten van een aandelenportefeuille toekomen aan een vruchtgebruiker en de eigendom van de aandelen berust bij een andere natuurlijke persoon, de blote eigenaar, komt het recht om de ingehouden binnen- en buitenlandse dividendbelasting te verrekenen toe aan de vruchtgebruiker. De vruchtgebruiker geniet immers het dividend en deze persoon wordt er ook voor in de inkomstenbelastingheffing betrokken. De blote eigenaar heeft in principe alleen het stemrecht op de aandelen bij de algemene vergadering van aandeelhouders.


Hoe kan de buitenlandse dividendbelasting worden teruggekregen?

Wanneer het buitenlandse dividend afkomstig is uit een land waar Nederland een belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing mee heeft afgesloten dan bepaalt het belastingverdrag hoe de heffingsrechten over het bruto dividend moeten worden verdeeld.

Indien het buitenlandse dividend afkomstig is uit een land waarmee Nederland geen belastingverdrag mee heeft afgesloten (bijvoorbeeld Angola, Peru of Mozambique), kan de buitenlandse dividendbelasting worden verrekend. In die situatie kan de ingehouden dividendbelasting tot een maximum van 15% van het bruto dividend worden verrekend met de verschuldigde Nederlandse inkomstenbelasting (box 3) Indien ná de verrekening nog een bedrag aan buitenlandse dividendbelasting resteert kan dit ongelimiteerd vooruit worden gewenteld.

Nederland hanteert in principe twee methoden om dubbele belastingheffing te voorkomen, te weten belastingvrijstelling en belastingverrekening. Nederland past belastingvrijstelling toe op bijvoorbeeld de vakantiewoning van de Nederlandse particulier in Frankrijk. De heffingsbevoegdheid over de (fictieve) inkomsten uit deze woning komt volgens het Frans-Nederlandse belastingverdrag exclusief toe aan Frankrijk omdat de woning op Frans grondgebied staat. Bij belastingvrijstelling wordt de Franse woning (inclusief de hierop betrekking hebbende schulden) in de wereldwijde box 3 grondslag van de Nederlandse particulier opgenomen. Vervolgens wordt de verschuldigde box 3 inkomstenbelasting verminderd met het deel van de (netto) box 3 grondslag dat toerekenbaar is aan de Franse woning. Effectief vindt de vrijstelling plaats tegen het box 3 inkomstenbelastingtarief van 1,2%.

Nederland past belastingverrekening onder andere toe op buitenlandse inkomsten uit dividend en interest. Er kan hierbij niet meer buitenlandse dividendbelasting worden verrekend dan het laagste bedrag van de verschuldigde Nederlandse (box 3) inkomstenbelasting over de buitenlandse aandelen of de overeenkomstig het belastingbedrag ingehouden dividendbelasting (15%) over het bruto-dividend.

Indien het bedrag van de ingehouden buitenlandse dividendbelasting hoger is dan de in Nederland verschuldigde box 3 belasting wordt het restant aan (nog niet verrekende) buitenlandse bronbelasting met goedkeuring van de Nederlandse Belastingdienst gestald om in volgende jaren alsnog te kunnen worden verrekend. Zodra de belegger in een van de volgende jaren weer box 3 belasting verschuldigd is kan alsnog tot verrekening van de gestalde buitenlandse dividendbelasting worden overgegaan.

Ook bij belastingverrekening wordt eerst de wereldwijde box 3 grondslag bepaald dus inclusief de buitenlandse effecten van de belegger. Vervolgens wordt de verschuldigde box 3 inkomstenbelasting verminderd met het bedrag van de ingehouden buitenlandse dividendbelasting (voor maximaal het in het toepasselijke belastingverdrag opgenomen percentage; nagenoeg altijd is dat 15%)


Kader

Hoe een en ander in de praktijk werkt kan met een voorbeeld worden verduidelijkt. Belegger De Vries heeft een portefeuille beursgenoteerde (box 3) aandelen ter waarde van € 500.000 (gefinancierd met uitsluitend eigen vermogen) Het betreft voor een bedrag van € 300.000 Nederlandse aandelen, voor € 100.000 Franse aandelen AXA UAP en voor € 100.000 Amerikaanse aandelen United Technologies en PPG Industries. Met Frankrijk en de Verenigde Staten heeft Nederland een belastingverdrag afgesloten. De bepaling in die verdragen over dividendinkomen zijn derhalve relevant. Uitsluitend de in deze belastingverdragen opgenomen percentages komen in Nederland voor verrekening in aanmerking.

De Vries heeft gedurende het jaar 2013 voor in totaal € 10.000 bruto dividendinkomsten ontvangen waarvan €6.000 uit Nederland (waarop € 900 Nederlandse dividendbelasting is ingehouden), € 2.000 dividendinkomen uit de Verenigde Staten (waarop € 300 Amerikaanse dividendbelasting is ingehouden doordat De Vries het zogenaamde W8 formulier via zijn bank heeft ingevuld) en € 2.000 dividendinkomen uit Frankrijk (waarop € 600 Franse dividendbelasting is ingehouden)

Volgens het belastingverdrag van Nederland met Frankrijk mag Frankrijk slechts 15% dividendbelasting inhouden (zie tabel hieronder) Nu het bedrijf AXA UAP op het dividend van belegger De Vries het nationale Franse tarief van 30% heeft ingehouden moet  De Vries het te veel ingehouden gedeelte via een afzonderlijke procedure terug zien te halen bij de Franse Belastingdienst waarover hieronder meer.

De Vries moet € 6.000 (€ 500.000 x 1,2%) Nederlandse box 3 inkomstenbelasting betalen waarvan € 2.400 (€ 200.000 x 1,2%) toerekenbaar is aan het buitenland. De ingehouden buitenlandse dividendbelasting ad € 600 (15% van € 4.000) komt in mindering op de in Nederland verschuldigde box 3 inkomstenbelasting over de wereldwijde grondslag. Uiteindelijk is De Vries na de verrekening van de dividendbelasting dus een bedrag van € 4.500 (€6.000 minus € 900 en minus € 600) aan box 3 inkomstenbelasting verschuldigd.

In buitenlandse verhoudingen wordt dubbele belastingheffing over uitgekeerde dividenden vooral voorkomen door de vele belastingverdragen die Nederland heeft afgesloten met andere landen. In deze verdragen worden afspraken vastgelegd met de verdragspartner over het dividendbelastingtarief dat de bronstaat (het land waar het bedrijf dat het dividend uitkeert gevestigd is) mag inhouden bij grensoverschrijdende dividenduitkeringen. Dit zogenaamde verdragstarief is doorgaans veel lager dan het nationale dividendbelastingtarief. Zo kent bijvoorbeeld Zwitserland een nationaal dividendbelastingtarief van 35%. In het belastingverdrag (2010) tussen Nederland en Zwitserland is een verdragstarief van 15% overeengekomen (zie onderstaande tabel)

Wanneer het beursgenoteerde bedrijf zijn hoofdkantoor heeft in een land waar Nederland een belastingverdrag mee heeft afgesloten en het nationale dividendbelastingtarief hoger is dan de doorgaans in het belastingverdrag overeengekomen 15% kan het meerdere door de belegger bij de Belastingdienst van dat land worden teruggevraagd. Dat moet wel binnen de in de tabel (informatie januari 2015) hieronder opgenomen termijnen gebeuren. De termijn waarop dit kan vangt aan direct na afloop van het kalenderjaar waarin de dividendopbrengst is genoten.
 

Verdragsland Nationaal dividend
Belastingtarief
Verdragstarief Termijn teruggaaf teveel ingehouden dividendbel.
België  25%  15% 3 jaar
Duitsland  26,4%  15% 4 jaar
Frankrijk  30%  15% 3 jaar
Spanje  21%  15% 4 jaar
Italië 26% 15% 5 jaar
Finland 20% 15% 5 jaar
Denemarken 27% 15%

3 jaar

United Kingdom 0% 10% 6 jaar
Zweden 30% 15% 3 jaar
Noorwegen 25% 15% 5 jaar
Zwitserland 35% 15% 2 jaar
Oostenrijk 25% 15% 3 jaar
Brazilië 0% 20%* 5 jaar
Canada 25% 15% 3 jaar
Verenigde Staten 30% 15% 3 jaar
Australië 30% 15% 3 jaar
China 10% 10% 3 jaar

*zie voorbeeld met Petrobrás hieronder     

 

Wanneer dus bijvoorbeeld de Zwitserse bedrijven Roche AG of Novartis AG een dividenduitkering doen aan een in Nederland wonende box 3 belegger Pieterse dan komt aan Zwitserland uitsluitend het recht toe om op deze dividenduitkering een bedrag van 15% Zwitserse dividendbelasting in te houden. Roche AG of Novartis AG houden echter 35% Zwitserse dividendbelasting in en dragen deze af aan de Zwitserse Belastingdienst namens Pieterse. Pieterse ziet deze inhouding en afdracht terug op het bankafschrift dat hij van zijn Nederlandse bank ontvangt. In zijn aangifte inkomstenbelasting (box 3) verantwoordt Pieterse zijn Zwitserse aandelen Roche en Novartis naar de waarde per 1 januari. Het bedrag aan ingehouden Zwitserse dividendbelasting (á 15%) kan Pieterse in mindering brengen op de verschuldigde box 3 inkomstenbelasting.

Pieterse zal zich tot de Zwitserse Belastingdienst moeten wenden om de te veel ingehouden Zwitserse dividendbelasting terug te krijgen. Hiervoor dienen diverse formulieren  die behoren bij het toepasselijke belastingverdrag te worden ingevuld. In geval van andere landen gelden andere formulieren  

Pieterse zal het toepasselijke formulier 81 van de Zwitserse Belastingdienst moeten invullen en hierop onder meer zijn Nederlandse sofinummer en de relevante dividenduitkeringen van in Zwitserland gevestigde vennootschappen moeten invullen.

Nadat Pieterse dit formulier volledig heeft ingevuld moet Pieterse het formulier naar de Nederlandse Belastingdienst opsturen. De Nederlandse Belastingdienst zal namelijk moeten bevestigen dat Pieterse fiscaal inwoner van Nederland was tijdens de betreffende belastingjaren   

Nadat Pieterse het Zwitserse formulier inclusief woonplaatsverklaring van de Nederlandse Belastingdienst teruggestuurd heeft gekregen kan Pieterse dit formulier inclusief de bankafschriften van de afgelopen twee jaar waarop de inhouding van de Zwitserse dividendbelasting is opgenomen naar de Zwitserse Belastingdienst opsturen. Deze bankafschriften vormen het bewijsmateriaal voor de ingehouden Zwitserse dividendbelasting.

Na enige tijd wordt de 20% te veel ingehouden Zwitserse dividendbelasting teruggestort op de bankrekening van Pieterse.

De procedure is in geval van andere landen idem als in bovenstaand voorbeeld geschetst. Wanneer de belegger eigenaar is van Amerikaanse aandelen is het zinvol een zogenaamd W8 formulier in te vullen en via de bank aan de Amerikaanse Belastingdienst toe te sturen. Een procedure zoals hierboven wordt dan voorkomen doordat het Amerikaanse bedrijf meteen het juiste dividendbelastingtarief (15%) inhoudt.

Een belegger die twijfelt of het starten van een dergelijke procedure de moeite (kosten) allemaal wel waard is kan overwegen de terug te vragen buitenlandse dividendbelasting voor enkele jaren op te sparen en deze vervolgens in één keer terug te vragen. Dit kan de efficiency bij het terugvragen ten goede komen. Doorgaans zal voor elk afzonderlijk jaar wel een apart formulier moeten worden ingevuld.

Tot slot nog een bijzondere situatie doet zich voor kan doen als Pieterse ook eigenaar is van aandelen in de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobrás. Stel dat Pieterse aandelen Petrobrás heeft ter waarde van € 50.000 en dat Pieterse uit deze Braziliaanse aandelen een dividend ontvangt ter waarde van € 3.000. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 is Pieterse € 600 (€ 50.000 x 1,2%) box 3 inkomstenbelasting verschuldigd over de aandelen Petrobrás. In Brazilië wordt géén dividendbelasting ingehouden.

Op grond van een speciaal artikel in het Nederlands Braziliaanse belastingverdrag mag Pieterse toch € 600 (20% van € 3.000) Braziliaanse dividendbelasting op de in Nederland verschuldigde box 3 inkomstenbelasting brengen. Dankzij deze zogenaamde ‘tax sparing credit’ is Pieterse per saldo geen Nederlandse inkomstenbelasting verschuldigd. Het ontvangen bruto dividend is netto; goed voor het rendement van Pieterse.


Conclusie

Verzoeken om teruggaaf van te veel ingehouden buitenlandse dividendbelasting kennen nogal wat formaliteiten. De belegger zal een formulier voor de teruggaaf moeten invullen, een woonplaatsverklaring bij de Nederlandse Belastingdienst moeten aanvragen en bewijsstukken moeten meesturen naar de Belastingdienst in het buitenland.  

Zoals uit bovenstaande tabel blijkt kunt u niet te lang wachten met uw teruggaafverzoek. Doorgaans heeft u maximaal 2 tot 3 jaar na afloop van het jaar waarin het dividend werd uitgekeerd de tijd voordat het teruggaafverzoek ingediend moet zijn. Bij de Nederlandse Belastingdienst zijn een aantal formulieren verkrijgbaar waarmee de te veel ingehouden buitenlandse dividendbelasting kan worden teruggevorderd .

Verrekenen van buitenlandse dividendbelasting is best ingewikkeld. Laat desondanks uw aanspraken niet verlopen!

Erik Jansen, belastingadviseur bij Innovative Tax BV te Nijmegen

 

Voetnoten en bronvermelding zie bijgesloten PDF document bovenaan bij dit artikel.

  • Verschenen op: vrijdag 6 februari
  • Verschenen in: Beleggers Belangen

Terug

Contact opnemen met Innovative Tax

U wilt meer weten over "Het terugkrijgen van buitenlandse dividendbelasting"?
Of u heeft vragen, neem contact met ons op. Wij maken graag tijd voor u.