Wanneer zowel aan de kant van belastingplichtige als de Belastingdienst het redelijkheidsbesef voorop staat zijn er, leert de ervaring in de praktijk inmiddels, goede afspraken met de Belastingdienst te maken. De innovatiebox is ook toegankelijk voor internationaal opererende bedrijven met een Nederlandse concernvennootschap. De innovatiebox draagt dus ook bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Nederland.
2. Hoe werkt de innovatiebox in essentie?
Belastingplichtigen kunnen alle toerekenbare voordelen uit zelf ontwikkelde immateriële activa (toegekende patenten, octrooien, kweekrechten) afrekenen tegen een vennootschapsbelastingtarief van effectief 5% (2011) Het kan dan bijvoorbeeld gaan om inkomsten uit royalties of licenties, vervreemdingsopbrengsten van een octrooi of gerealiseerde kostenvoordelen dankzij de nieuwe toepassing. Daarvoor is dan wel eerst nodig dat de relevante voortbrengingskosten van het betreffende patent zijn goedgemaakt. De faciliteit is vooral voordelig bij belastingplichtigen die (innovatie)winst maken uit hun bedrijfsuitoefening en goede toekomstverwachtingen hebben van de innovatieboxactiva. Het effectieve tariefvoordeel (maximaal 20,5%; 25,5% -/- 5%) is dan immers het grootst.
In de regeling van de innovatiebox zijn de voortbrengingskosten een zeer belangrijk thema. Alle met de vervaardiging van nieuwe bedrijfsmiddelen verband houdende (in) directe kosten die in de onderneming opkomen of krachtens een regiecontract zijn voortbrengingskosten. Het kan dus bijvoorbeeld gaan om de kosten van proefmateriaal of kosten van een extern verworven actief mits dit door belastingplichtige tot een meeromvattend nieuw vervaardigd actief is doorontwikkeld. Op de voortbrengingskosten komt de eventueel genoten Wbso subsidie in mindering.
Uitsluitend door belastingplichtige zelf (uit het patent) voortgebrachte nieuwe bedrijfsmiddelen kunnen in de innovatiebox worden ingebracht. Hulp van derden is hierbij tot op zekere hoogte mogelijk. Het kan bijvoorbeeld gaan om een door belastingplichtige nieuw ontwikkeld prototype voor een (onderdeel van een) 3D televisie waarop door belastingplichtige een patent aangevraagd wordt. De ervaring in de praktijk leert inmiddels dat de Belastingdienst concreet toetst of belastingplichtige daadwerkelijk een nieuw bedrijfsmiddel heeft voortgebracht. Indien de fiscus akkoord is dat het nieuwe prototype voldoende economisch potentieel biedt dan heeft belastingplichtige het zogenaamde ‘toegangsticket’ voor dit activum voor de innovatiebox bemachtigd. De netto voordelen die toerekenbaar zijn aan het 3D televisie activum kunnen dan tegen het innovatieboxtarief worden afgerekend.
3. De aangebrachte verbeteringen van de innovatiebox
Sinds 1 januari 2008 staat de innovatiebox ook open voor immateriële activa die zijn voortgekomen uit succesvolle Wbso projecten. Belangrijk hierbij is dat door Agentschap.NL een zogenaamde S & O beschikking voor het Wbso project is afgegeven aan belastingplichtige (die ook de innovatiebox wil toepassen) Deze S & O beschikking kan worden gezien als het objectieve bewijs dat het Wbso project een innovatief karakter bezit. Bij Wbso projecten gaat het doorgaans om werkzaamheden die gericht zijn op de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of programmatuur. Het innovatieve karakter van de werkzaamheden moet vanuit de belastingplichtige worden beoordeeld. Nieuwe softwaretoepassingen kunnen via de route van de Wbso in de innovatiebox worden ingebracht.
Vanaf 1 januari 2009 kan een exploitatieverlies van een individueel activum (eerst) tegen het normale vennootschapsbelastingtarief in aftrek worden gebracht. Dit verlies verhoogt vervolgens wel de voortbrengingskosten. Per 1 januari 2010 is het innovatieboxtarief verlaagt tot 5%.
Het kan jaren duren vooraleer een patentaanvraag is afgerond en het patent wordt toegekend. Per 1 januari 2011 is het daarom mogelijk dat belastingplichtige de aan een nieuw bedrijfsmiddel toerekenbare voordelen in de periode tussen de aanvraag en toekenning van het patent reeds in mindering mag brengen op de in te lopen voortbrengingskosten. Wanneer deze zogenaamde pre-patentvoordelen de voortbrengingskosten overschrijden dan moeten deze pre-patentvoordelen tegen het normale vennootschapsbelastingtarief worden afgerekend. Eerst vanaf het begin van het jaar waarin het patent/octrooi op het activum aan belastingplichtige is verleend kunnen de netto-voordelen tegen het tarief van 5% worden afgerekend.
4. Hoe wordt de aan de innovatiebox toerekenbare winst bepaald?
Wanneer belastingplichtige voor het nieuwe activum het toegangsticket voor de innovatiebox heeft verkregen is het zinvol met de Belastingdienst een vaststellingsovereenkomst te sluiten waarin de afspraken over de aan de innovatiebox toerekenbare winst zijn opgenomen.
Op basis van een functionele bedrijfseconomische analyse van het bedrijf wordt in kaart gebracht welke functies zoals R & D, design, productie, in- en verkoop, distributie voor welk deel bijdragen aan de winst van het bedrijf. Zo ontstaat ook inzicht in de zogenaamde kern- en routinefuncties van het bedrijf. R & D is bijvoorbeeld een kernfunctie wanneer een aanzienlijk deel van het totale personeelsbestand in de onderneming werkzaam is op de R & D afdeling.
Bij bedrijven met een continue R & D focus wordt de winst als het ware afgepeld; eerst dienen de routinefuncties (bijvoorbeeld marketing en administratie) te worden beloond gevolgd door de kernfuncties. Door tot slot de beloning van de R & D functie te relateren aan het bestanddeel dat de nieuwe immateriële activa uitmaken van het totaal kan de aan de innovatiebox toerekenbare winst worden bepaald.
Met onderstaand voorbeeld kan een en ander worden verduidelijkt. Het gaat hierbij om een kennisintensief bedrijf waar R & D een kernfunctie is.
Euro | |
Winst (EBIT) | 2.000.000 |
Routinefunctie productie cost plus 10% | |
- totale productiekosten inclusief materiaal € 4.000.000 | -/- 400.000 |
- marketing en sales; 2% van omzet van € 20.000.000 | -/- 400.000 |
Totaal restwinst | 1.200.000 |
Kernfuncties: | |
Ondernemersfunctie (vereiste volgens Belastingdienst) 25% | 300.000 |
Aan R & D inspanningen is dan 75% toerekenbaar | 900.000 |
1.200.000 |
Wanneer het bedrijf met de Belastingdienst voor het eerste jaar waarin de innovatiebox wordt toegepast een ingroeifactor van 35% is overeengekomen kan een bedrag van € 315.000 door deze belastingplichtige tegen het innovatieboxtarief worden afgerekend. Het restant ad € 885.000 is tegen het normale Vpb tarief belast.
5. Conclusie
Met de combinatie van de Wbso loonkostensubsidie in de ontwikkelingsfase en de innovatiebox in de exploitatiefase heeft Nederland prima troeven in handen om de kennisintensieve industrie te stimuleren. Laat de voordelen van de innovatiebox dan ook niet onbenut.
Voetnoten en bronvermelding zie PDF document